Chemische conserveermiddelen
Zout, suiker, azijn en alcohol veroorzaken chemische processen in produkten, waardoor die produkten langer houdbaar blijven. Daarnaast kunnen we ook chemische middelen aan het voedsel toevoegen zodat het langer houdbaar blijft. Deze conserveermiddelen zijn additieven. Additieven zijn ‘hulpstoffen’ die bewust worden toegevoegd aan voedsel. We noemen ze ook wel vreemde stoffen, omdat deze stoffen van nature niet in ons voedsel voorkomen.
Het gebruik van additieven is sterk gestegen onder invloed van de groei van de industriële voedselbereiding. Denk maar eens aan de snelle toename van het aantal kant-en-klaar maaltijden. Ook allerlei andere ‘convenience-produkten’ zoals soepen, sauzen en snacks worden in grote hoeveelheden gekocht. Hulpstoffen herken je aan het E-nummer. Voor de additieven die zijn toegelaten, zijn in Europees verband EG-richtlijnen vastgesteld. Zo kennen we de categorie E200-300 voor de conserveringsmiddelen. Dat zijn
ondersteunende stoffen en voedingszuren die als doel hebben de werking en groei van bacteriën, gisten en schimmels te vertragen of te verhinderen. In ieder Europees and worden ze op dezelfde manier aangeduid. Die aanduiding begint met de hoofdletter E gevolgd door een getal van drie cijfers. De conserveringsmiddelen beginnen allemaal met het cijfer 2.
Sorbinezuur E200
Tegen schimmels en gisten in iets zure omgeving; niet tegen bacteriën.
Benzoëzuur E210
Tegen schimmels en bacteriën in zure omgeving; -gebruik o.a. bakkerswaren, margarine, mayonaise en voedingsmiddelen in zoetzuur.
Zwaveldioxyde E220
Tegen diverse micro-organismen; -gebruik o.a. wijn, geconserveerde aardappelen (zie les aardappelen) e.a.
Natriumsulfiet E221
Tegen diverse micro-organismen; -desinfecterende werking; -gebruik o.a. diepvriespatat, wijn, bevroren groenten.
Natriumnitriet E250
Tegen diverse micro-organismen; gebruik o.a. vleeswaren.
Azijnzuur E260
Concentratie >5 % tegen de werking van bacteriën; -let op conserveerazijn 8 procent en hoger.
Aandachtspunt:
– Hulpstoffen kunnen, zeker wanneer we er extreem grote hoeveelheden van binnenkrijgen, schadelijke effecten hebben op ons lichaam. Bij geringe hoeveelheden zijn ze niet schadelijk voor onze gezondheid. De maximaal toegestane hoeveelheid vreemde stof wordt uitgedrukt in milligram per kilo lichaamsgewicht. We noemen dit de ADI-waarde (Acceptable Daily Intake). Een honderd procent geldig bewijs van de onschadelijkheid van vreemde stoffen is zeer moeilijk te geven. De berekeningen worden gemaakt op basis van de gemiddelde consumptie van een produkt.
Als je van dat produkt dus extreem veel eet, krijg je veel vreemde stoffen binnen. Onze kennis van die vreemde stoffen neemt met de tijd toe. Zo kan het gebeuren dat bepaalde E-nummers die eerst waren toegestaan, nu van de lijst zijn verwijderd of dat de ADI-waarde na verloop van tijd wordt bijgesteld.
Conservering door middel van doorstralingstechniek
Voedseldoorstraling is voor de meeste consumenten nog steeds een onduidelijk gebeuren. Bij deze conserveringstechniek gebruikt men gammastralen, die door radioactieve kobaltstaven worden opgewekt. De kobaltstaven zenden gamma- of ioniserende straling,
die vergelijkbaar is met röntgenstraling, door de produkten. De micro-organismen worden hierdoor gedood. De dosis straling die door het produkt wordt gevoerd, is afhankelijk van het te behandelen voedingsmiddel en wordt uitgedrukt in megarad. Het produkt wordt niet radio-actief.
Voordelen van doorstraling:
– De produkten kunnen in de verpakking worden doorstraald, waardoor de kans op herbesmetting niet bestaat.
– De produkten veranderen niet van uiterlijk.
Nadelen van doorstraling:
– De chemische structuur van eiwitten en vetzuren in de doorstraalde produkten verandert waardoor eiwit- en vetrijke voedingsmiddelen een andere geur en smaak krijgen.
– Sommige vitaminen worden afgebroken.
– Er kan waterstofperoxyde worden gevormd.
– De doorstralingstechniek is kostbaar.
Wanneer voedingsmiddelen met ioniserende straling zijn behandeld, moet één van de volgende aanduidingen op de verpakking worden vermeld: doorstraald, door straling behandeld of met ioniserende straling behandeld.
Volgens het Warenwetbesluit mogen tien produkten/produktgroepen worden bestraald. In Nederland doorstraalt men onder andere kippevlees, kikkerbilletjes, garnalen, kruiden en uien.
Leave a Reply