Baktijd en oventemperatuur:
Baktijd: 65 – 70 minuten
Elektrische oven: voorverwarmd op 160 °C
Hetelucht oven: voorverwarmd op 140°C
Gasoven: voorverwarmd op stand 2
Cakevorm van 1 ½ liter
Ingrediënten:
- 180 g boter
- 160 g poedersuiker
- 1 zakje vanillesuiker
- 3 eieren
- een snufje zout
- rasp van ½ citroen
- 300 g bloem
- ½ zakje bakpoeder
- ca. 1/8 liter koude melk
Naar eigen smaak toevoegen:
gedroogde vruchtjes
gemalen noten
chocolade
Voorbereiding:
Zet alle ingrediënten van tevoren klaar. Weeg boter, suiker, bloem en vruchten (rozijnen en noten) nauwkeurig af. Meet de melk af. Neem de boter, eieren en melk 1 à 2 uur van tevoren uit de koelkast.
Bereiding:
Meng en zeef de bloem en de bakpoeder met elkaar. Als er maïzena of cacao bij de ingrediënten staat vermeld, worden deze met de bloem vermengd, behalve bij een marmertulband. Worden aan het beslag krenten en rozijnen toegevoegd, dan moeten deze met bloem worden bestoven om het zakken tijdens het bakken te voorkomen.
Klop de boter zeer schuimig (als er wat van het beslag aan de gardes blijft hangen, is ze voldoende schuimig).
Voeg de suiker en de vanillesuiker lepelsgewijs aan de schuimig geklopte boter toe. Blijf roeren tot elke lepel suiker door het beslag is opgenomen.
Breek de eieren één voor één op de rand van een kopje en voeg ze stuk voor stuk aan het botermengsel toe. Het is belangrijk dat de suiker volledig is opgelost alvorens de bloem erdoor te spatelen. Roer tot slot het aroma en het zout erdoor.
Meng de bloem met de bakpoeder. Spatel afwisselend het bloemmengsel en de melk erdoor. Neem niet meer dan 2 à 3 eetlepels bloem tegelijk en voeg als het beslag te stijf is nog extra melk toe. Zorg ervoor dat voordat de melk wordt toegevoegd, het bloemmengsel goed met beslag is vermengd. De bakpoeder mag namelijk niet direct met de vloeistof in aanraking komen, omdat het rijzen anders wordt belemmerd.
Voeg zoveel melk toe tot het beslag van de lepel loopt. De juiste hoeveelheid valt moeilijk aan te geven, aangezien die afhankelijk is van het opnamevermogen van de bloem en de grootte van de eieren. Het beslag heeft de goede consistentie als het van de lepel loopt. Door te veel melk aan het beslag toe te voegen, bestaat de kans dat het gebak niet rijst. Daarentegen mag het beslag ook niet zo dun zijn dat het van de lepel vloeit.
Een uitzondering vormt cakebeslag dat zeer veel eieren en boter bevat. Dit beslag zal doorgaans iets dunner zijn, omdat de rauwe eieren in het beslag als vloeistof optreden. Tijdens het bakken stollen de eieren weer door de warmte. In dit geval rijst het gebak niet.
Spatel de gedroogde vruchtjes, de gemalen noten of de chocolade pas op het laatst door het beslag. Niet roeren maar spatelen, anders krijgt het beslag een grauwe kleur.
Schep het beslag in de geprepareerde vorm en strijk de bovenkant met een deegkrabber glad.
Leave a Reply