Stoofperen zijn een lekker bijgerecht bij onder andere wild, of als nagerecht met ijs.
Het is vrij zoet van smaak en de textuur is zacht.
Kooktips
De peren moeten lang en zacht koken (minstens 3 uur), pas dan zullen de peren helemaal doortrokken zijn van de smaak van de wijn.
Gebruik ipv wijn een goedkope port. Dan kan de suiker achterwege blijven.
Reken op minimaal 3 peren per persoon.
Gebruik bessensap ipv wijn.
Gebruik ipv wijn, water met “perensuiker” toegevoegd zodat de peertjes rood zijn. Perensuiker is een redelijk ouderwets product maar kun je hier en daar nog wel vinden.
Varieer met kruiden: zwarte peperkorrels, kardemom, kruidnagels, steranijs, etc
Met wat maizena het sap verdikken.
Zeef het kookvocht en vries het in. Gebruik dit de volgende keer weer als basis voor stoofperen.
Bewaren
In de koelkast slechts enkele dagen houdbaar.
Stoofpeertjes zijn heel goed en ook lange tijd te bewaren in goed gesloten wekpotten.
Stoofpeertjes
- 8 stoofperen (Gieser Wildeman, St Remy, Brederode of andere kleine harde peertjes)
- 1 fles rode wijn (eventueel bessensap)
- 1/2 citroen
- 1/2 kopje bruine suiker
- 1 kaneelpijpje of 1 eetlepel kaneelpoeder
Je kan kiezen om de peren heel te laten. Je kan ze ook in tweeen of vieren snijden. Haal dan meteen het klokhuis eruit.
Schil enkele dunne plakjes van de citroen met een dunschiller, alleen het geel.
Kook de peren 3 uur in een steelpannetje op een laag vuur met de wijn, suiker, het kaneelpijpje (of poeder), citroensap en citroenschil en een kopje water.
De peren moeten net onder water zijn. Af en toe controleren of de peren niet droogkoken en zonodig water toevoegen.
Warm of koud te eten.
Stienparre
Friese stoofpeertjes
- 16 klein stoofperen
- 8 eetlepels donkerbruine basterdsuiker
Voor dit gerecht kun je het beste ‘marmot-peertjes’ gebruiken, maar met andere stoofperen kan het ook.
Was de stoofpeertjes als je ze niet of gedeeltelijk schilt.
Doe de peertjes in een pan, zodat ze net onder water staan.
Breng het water aan de kook.
Laat de peertjes ongeveer twee uur lang op een laag pitje koken tot ze gaar en rood zijn.
Doe in het midden van vier bordjes twee eetlepels van de basterdsuiker.
Giet de peertjes af en zet ze rond de suiker.
Zo warm mogelijk opdienen.
Pak een peertje bij het steeltje.
Haal het doorde suiker, en eet het door het boven je mond te houden en af te happen (net zoals nieuwe haring wordt gegeten).
Persoonlijk gebruik ik heel graag een opengesneden vanilleboon, combineert geweldig. En in plaats van citroenschil neem ik altijd mandarijn, die liggen in dezelfde tijd toch in de fruitschaal. Een stukje schoongemaakte gember meekoken geeft weer een heel ander effect.
Heerlijk met kaneelijs!