Groene (onrijpe) olijven zijn vers erg bitter en moeten eerst “ontbitterd” worden alvorens geconserveerd te worden.
Verwijder alle beschadigde olijven, kraak het vruchtvlees van de olijven licht door er met een deegroller overheen te gaan.
Doe de olijven in een glazen of stenen pot met zoveel koud water dat ze onderstaan, zorg dat ze onder water blijven door er bijv. een verzwaard bord op te leggen, laat ze 10 dagen staan op een donkere, koele plaats, ververs elke dag het weekwater.
Laat de olijven na 10 dagen goed uitlekken.
Maak een pekel van 90 gram zout op 1 liter water, breng aan de kook en laat afkoelen.
Doe de olijven terug in de pot en giet de pekel erover, laat ze zo 3 weken staan op een donkere, koele plaats.
Proef of het bitter is verdwenen, is dat niet het geval dan de olijven nog 1 week laten staan anders de olijven afspoelen met koud water en laten uitlekken.
Zwarte en rode (rijpe) olijven hebben geen bitter en hoeven niet geweekt te worden.
Aan de olijven kunnen aromaten worden toegevoegd als: knoflook, gekonfijte citroen, koriander, komijn, tijm, chilipepertje, laurierblad, etc.
Doe de olijven in brandschone, met heet water omgespoelde potten, voeg aromaten naar keuze toe en vul de potten verder met olijfolie of een combinatie van olijfolie en goede wijnazijn en sluit ze af.
Zet de potten op een koele, donkere plaats en wacht minstens 1 maand alvorens de olijven te gebruiken, blijft minstens 3 maanden goed.
Leave a Reply